Gemengde leerweg
Heb je vragen over het praktijkgerichte programma? Op deze pagina hebben we de algemene veelgestelde vragen verzameld. Staat je vraag er niet bij? Vul dan het contactformulier in.
Zoeken in de index
Ja, maar alleen als de vestiging waar deze leerling is ingeschreven over een tl-licentie beschikt of deel uitmaakt van een scholengemeenschap met ten minste een vestiging met een mavo-licentie (zie volgende vraag).
Vmbo-vestigingen met een tl-licentie, die een gl-examenprogramma aanbieden dat bestaat uit:
- Gemeenschappelijke deel: Nederlands, Engels, Maatschappijleer, CKV, LO en het profielwerkstuk
- Profieldeel: twee profielgebonden avo-vakken en het praktijkgerichte vak (PGP)
- Vrije deel: een vrij avo-keuzevak en twee beroepsgerichte keuzevakken
mogen een gl-diploma uitreiken, mits zij ook voldoen aan de andere eisen voor de bovenbouw. Leerlingen voldoen hiermee tevens aan de eisen voor een tl-diploma, die ze ook mogen uitreiken als zij daar de genoemde tl-licentie voor hebben.
Van belang is dat de scholen zorgen voor twee profielgebonden vakken die in een tl-profiel passen. Hierbij is D&P een aandachtspunt, omdat de combinatie biologie en economie, Nask-1 en economie of biologie en Nask-1 bijvoorbeeld niet passen in een tl-profiel.
Ja, een vbo-vestiging die deel uitmaakt van een scholengemeenschap die ten minste een vestiging met een mavo-licentie omvat, mag op basis van artikel 3.45 een tl-diploma door de rector of directeur laten uitreiken aan de gl-leerling als de leerling voldoet aan de genoemde voorwaarden in Artikel 3.45 Uitvoeringsbesluit WVO 2020. Uiteraard moet de leerling voldoen aan alle exameneisen voor een tl-diploma en de eisen van de tl-bovenbouw (zie hiervoor ook de vraag: Komt een leerling in de gemengde leerweg met een praktijkgericht programma in aanmerking voor een tl-diploma?)
Belangrijk hierin is de definitie van een scholengemeenschap: gemeenschap van twee of meer scholen. Een scholengemeenschap bestaat dus uit twee of meer scholen (lees: schoolsoorten) voor voortgezet onderwijs, die samen een geheel vormen (de scholengemeenschap heeft dus 1 BRIN-nummer, bv 00AA). Je hebt verschillende ‘scholen voor voortgezet onderwijs’: een school voor pro, een school voor vbo, een school voor mavo, een school voor havo en een school voor vwo.
Aan een scholengemeenschap is altijd een hoofdvestiging verbonden. Daarnaast kunnen er nog 1 of meerdere nevenvestigingen of tijdelijke nevenvestigingen aan verbonden zijn. Alle vestigingen hebben een nummer achter de BRIN-code: 00AA00 (hoofdvestiging), 00AA01 (nevenvestiging), enz. De vestigingen maken deel uit van de scholengemeenschap omdat de eerste vier tekens van het brinnummer gelijk zijn (00AA). Dit is dus wat anders dan een bestuur omdat een bestuur meerdere (categorale) scholen of scholengemeenschappen in stand houdt. Een bestuur kan dus meerdere brinnummers hebben. Dus als er binnen het bestuur een school is met een mavo-licentie maar met een ander brinnummer dan gaat artikel 3.45 niet op. Ze behoren dan niet tot dezelfde scholengemeenschap.
Een voorbeeld:
Een leerling doet met succes gl-examen op een vestiging met een vbo-licentie (Brinnummer: 00ZZ02). De betreffende leerling heeft een praktijkgericht programma gevolgd in het examenprogramma en succesvol afgesloten en voldoet verder aan alle eisen voor een gl-diploma, en de eisen van de bovenbouw. De betreffende leerling heeft recht op een gl-diploma omdat de vestiging een vbo-licentie heeft.
De vestiging maakt deel uit van een scholengemeenschap met een hoofdvestiging (Brinnummer 00ZZ00) en twee nevenvestigingen (00ZZ01 en 00ZZ02). Omdat de hoofdvestiging een mavo-, havo en vwo-licentie heeft kan de leerling ook een tl-diploma krijgen op basis van artikel 3.45, mits de leerling voldoet aan alle eisen voor een tl-diploma.
Voor een gl-school bestaan verschillende scenario’s:
- De school kiest ervoor om geen praktijkgericht vak aan te bieden. Het examenprogramma blijft gelijk.
- De school kiest ervoor om het praktijkgerichte vak aan te bieden in het profieldeel. Het praktijkgerichte vak vervangt daarmee de profielmodules van het beroepsgerichte profielvak. De keuzevakken van het beroepsgerichte programma blijven bestaan in het vrije veel. Het praktijkgerichte vak vormt samen met de twee beroepsgerichte keuzevakken het praktijkgerichte programma in de gl.
- De school biedt het praktijkgerichte vak extracurriculair aan. Het examenprogramma blijft gelijk aan de huidige situatie.
In de gl is het praktijkgerichte vak in het profieldeel opgenomen. In het examenprogramma van de gl vormt het praktijkgericht vak samen met de twee beroepsgerichte keuzevakken in het vrije deel het praktijkgerichte programma. Het praktijkgerichte vak maakt dus deel uit van het praktijkgerichte programma. Zie de handleiding voor een schema met het examenprogramma en de plek van het praktijkgerichte vak en het praktijkgerichte programma daarin in de gl.
Hetgeen dat de gl onderscheid van de tl is het beroepsgerichte programma. Om een gemengde leerweg aan te bieden, is dus een beroepsgericht programma nodig. Naast het beroepsgerichte programma is er nu een praktijkgericht programma, met een praktijkgericht vak. Dit praktijkgericht vak vervangt het profielvak in het beroepsgerichte programma. Een programma met zowel het beroepsgerichte profielvak (in het profieldeel) als het praktijkgerichte vak (in het vrije deel) is een zeer zwaar programma en niet voor de gemiddelde gl-leerling te volgen. Daardoor ontstaat in het gl-programma ook een disbalans tussen de vakken. Daarom is gekozen voor een tussenvariant waarin een gl-leerling een praktijkgericht vak kan volgen (in het profieldeel, in plaats van het beroepsgerichte profielvak) met daarbij beroepsgerichte keuzevakken.
Nee. Leerlingen in de gl hebben altijd al 100 uur meer moeten volgen dan leerlingen in de tl. De introductie van het praktijkgerichte vak verandert daar niets aan.
In dit schema wordt het urenplaatje beschreven van de bovenbouw van de gl en de tl met en zonder het praktijkgerichte vak. Het groene deel laat het examenprogramma zien en het deel daaronder de vakken uit het derde jaar of het extra vak voor het doorstroomrecht.
- Leerlingen in een tl zonder praktijkgericht vak volgen in totaal 1840 uur in de bovenbouw. Hebben zij geen moderne vreemde taal in de onderbouw of in de derde klas gevolgd, dan moeten ze nog een extra vak volgen in de derde klas. Dan volgen ze in totaal 1940 uur in de bovenbouw. Als ze ook nog een extra vak volgen voor het doorstroomrecht naar de havo, komen ze uit op 2040 uur.
- Leerlingen in een tl met praktijkgericht vak volgen in totaal 1860 uur in de bovenbouw. Dit verschilt 20 uur met de tl zonder praktijkgericht vak. Dat verschil ontstaat doordat het praktijkgerichte vak van 320 uur een ander avo-vak van 200 uur vervangt. Om dit verschil van 120 uur zo goed mogelijk te compenseren, mogen leerlingen één avo-vak van 100 uur minder volgen in leerjaar 3.
- Leerlingen in een gl zonder praktijkgericht vak volgen in totaal 1940 uur in de bovenbouw. Dat is 100 uur meer dan leerlingen in de tl. Hebben de gl-leerlingen geen moderne vreemde taal in de onderbouw of in de derde klas gevolgd, dan moeten ze nog een extra vak volgen in de derde klas. Dan volgen ze in totaal 2040 uur in de bovenbouw. Als ze ook nog een extra vak volgen voor het doorstroomrecht naar de havo, komen ze uit op 2140 uur.
- Leerlingen in een gl met praktijkgericht vak volgen in totaal 1960 uur in de bovenbouw. Dit verschilt 20 uur met de gl zonder praktijkgericht vak. Dat verschil ontstaat doordat het praktijkgerichte vak van 320 uur de beroepsgerichte profielmodules van 200 uur vervangt. Om dit verschil van 120 uur zo goed mogelijk te compenseren, mogen leerlingen één avo-vak van 100 uur minder volgen in leerjaar 3.
In de gl bepaalt het praktijkgericht programma welke profielvakken een leerling verplicht moet volgen. In het schema op deze pagina staat bij welke profielvakken een praktijkgericht programma in de gl hoort.
Ja, de beroepsgerichte programma’s in de gl blijven bestaan tot eventueel nadere besluitvorming van de minister.
Een gl-school kan het praktijkgerichte vak aanbieden in plaats van het beroepsgerichte programma als deze gl-school een tl-licentie heeft. Leerlingen krijgen dan namelijk een tl-diploma, omdat er geen verschil meer bestaat met het tl-examenprogramma. Voor een gl-diploma moet een leerling een beroepsgericht programma of een praktijkgericht programma gevolgd hebben. Wanneer een gl-school ervoor kiest het praktijkgerichte vak in plaats van het beroepsgerichte programma aan te bieden, verliest de school de gl-bekostiging.
Een leerling mag niet binnen het examenprogramma gl zowel het beroepsgerichte als het praktijkgerichte programma volgen. Een leerling kan wel een praktijkgericht vak extracurriculair (dus in de vrije ruimte) volgen, naast het examenprogramma met het beroepsgerichte programma.
Er bestaat een aantal verschillen tussen het praktijkgerichte vak en het beroepsgerichte profielvak:
- Het praktijkgerichte vak bestaat uit verschillende opdrachten. De leerling gaat met actuele opdrachten van een externe opdrachtgever aan de slag. Opdrachten die uit de dagelijkse werkelijkheid zijn gegrepen. De leerlingen zullen deze opdrachten ook in groepsverband uitvoeren, als ware het collega’s. Hierbij is veel aandacht voor generieke vaardigheden als organiseren, plannen, samenwerken. Deze opdrachten en vaardigheden zijn expliciet verankerd in het praktijkgerichte programma.
- Het beroepsgerichte profielvak met modules is anders opgebouwd en bestaat uit twee delen: het profielvak van het profieldeel en twee beroepsgerichte keuzevakken in het vrije deel. Door deze keuzevakken hebben leerlingen de mogelijkheid zich te verdiepen, maar ook om zich te verbreden, zelfs buiten hun gekozen profiel.
- Het beroepsgerichte vak wordt afgesloten met een centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe) en het praktijkgerichte vak met een schoolexamen.
Het praktijkgerichte vak is flexibeler vorm te geven dan het beroepsgerichte profielvak, want de invulling wordt toegeschreven naar de uitvoering van een aantal concrete, levensechte opdrachten uit en in de praktijk. Het vak geeft de scholen meer ruimte om opdrachten te bedenken die passen bij de lokale omgeving en bij de leerlingen. Het praktijkgerichte vak bevat meer aspecten die de totale uitvoering van een opdracht omvatten dan alleen de uitvoering van beroepsspecifieke vaardigheden in een praktijklokaal op school. De examenprogramma’s met de eindtermen zijn ruimer geformuleerd, zodat scholen meer mogelijkheden hebben om ze in de opdrachten te verwerken. Deze eindtermen worden door de minister vastgesteld in de Regeling examenprogramma’s voortgezet onderwijs. De opdrachten van het praktijkgerichte vak vormen tezamen het schoolexamen. Het praktijkgerichte vak wordt niet centraal afgesloten.
Het praktijkgerichte vak is een alternatief voor het beroepsgerichte profielvak. Omdat beide vakken een verschillende onderwijskundige aanpak hebben en andere accenten leggen, kunnen ze naast elkaar bestaan. Bijvoorbeeld: in het examenprogramma van beroepsgerichte profielvak van het profiel HBR kan van de leerling gevraagd worden dat hij een bepaald gerecht kan bereiden. In het examenprogramma van het praktijkgerichte vak van het profiel HBR kan gevraagd worden van de leerling om een restaurant te adviseren in bepaalde aanpassingen van het arrangement. Beide vakken leggen een ander accent op wat van de leerling gevraagd kan worden, waarbij het beroepsgerichte profielvak een beroepsspecifieke invalshoek heeft en het praktijkgerichte vak een bredere invalshoek.
Contact
Staat je vraag er niet bij, neem dan contact op.